Oude Testament

Nieuwe Testament

Leviticus 22:4 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

Geen van Aärons nakomelingen, die melaats is of een vloeiing heeft, zal eten van de heilige gaven, totdat hij gereinigd is; evenmin hij die iets aanraakt, dat onrein geworden is door een dode, of iemand die een zaaduitstorting heeft,

Lees verder hoofdstuk Leviticus 22

Uitzicht Leviticus 22:4 in verband